De verkoopster stopte kleding en schoenen tussen de al afgerekende spullen van haar vriendinnen. Ook sloeg ze artikelen voor een veel lagere prijs aan. Met tassen vol gestolen spullen verlieten de vriendinnen een half jaar lang de winkel, later deelden ze de buit met de caissière.

De caissière kreeg een celstraf van honderd dagen opgelegd, waarvan tien voorwaardelijk, plus een werkstraf van 180 uur. De vriendinnen moeten alle drie een werkstraf van 75 uur doen en ze kregen voorwaardelijke celstraffen van een week opgelegd.

Officier van justitie mr. G. Bos vond het een bizarre actie: “Iedereen weet dat bij een goedkope kledingzaak de winst uit de minimumsalarissen moet komen. Als je dat niet bevalt, ga je naar de vakbond of je gaat ergens anders werken. Maar je gaat niet stelen.”