TOP

Hellen van Rees: ‘Het voelde niet goed om elk seizoen een nieuwe collectie te maken’

Vrouwenmodeontwerpster Hellen van Rees pakt het voortaan anders aan: ze stopt met het maken van seizoensgebonden collecties en richt zich op slow fashion. “Omdat mijn werk zo specifiek is, is het niet seizoen- en trendgevoelig.”

“Ik bleef aanvragen naar items uit eerdere collecties krijgen van klanten. Het voelde niet goed om elk seizoen een totaal nieuwe collectie te maken. Nu presenteer ik een groter aanbod, onafhankelijk van de seizoenen. Natuurlijk wordt er tussendoor vernieuwd en aangevuld. Ik pas mijn collectie aan op het moment dat dat goed voelt. Daarmee richt ik me op slow fashion.”

Was het in China dan ook de laatste keer dat je een catwalkshow deed?

“Niet per se. Zo’n show is toch meer bedoeld om het live mee te maken, een moment om de pers te ontmoeten. Ik blijf dus wel gewoon presentaties geven, bijvoorbeeld als er een nieuwe doelgroep is of ik veel nieuwe toevoegingen aan de collectie heb gedaan. Maar niet meer omdat het toevallig herfst of winter wordt.”

Hoe zou je jouw stijl omschrijven?

“Het is geen couture, maar het zit er tegenaan. Alles wordt gemaakt vanuit een handmatig proces. Voor particulieren maak ik kleding op maat, bij kleinere boetieks en conceptstores werk ik op aanvraag. Daarbij kun je denken aan winkels als LIVstores in Utrecht of X-bank in Amsterdam. De doelgroep is vrij divers, maar het zijn bijna allemaal vrouwen met een eigen mening, die sterk in hun schoenen staan. Denk aan ondernemers, architecten, wetenschappers of kunstenaars. Mensen met een persoonlijkheid, geen grijze muizen. Qua type loopt het redelijk uiteen. Mijn kleding valt ook makkelijk te combineren met andere stukken, waardoor je er voor diverse gelegenheden wel mee uit de voeten kunt.”

Blijft er dan ook tijd over voor andere projecten nu je niet meer zo vaak een nieuwe collectie maakt?

“Zeker! Ik wil in de toekomst deze kerncollectie onder de aandacht brengen bij verschillende retailers, maar ook andere projecten gaan doen. Zo ben ik nu bezig met de Universiteit van Twente om een robotisch vest te ontwikkelen dat mensen helpt automatisch hun houding te corrigeren. Daar ben ik de komende maanden mee bezig. Daarnaast wil ik kijken of ik met het textiel dat ik voor mijn kleding heb ontwikkeld ook de interieurkant op kan. Omdat ik nu niet ieder seizoen een nieuwe collectie hoef te maken, houd ik daar meer tijd voor over.”

Spannend, een robotisch vest. Kun je daar iets meer over vertellen?

“Het gaat om een van vorm veranderend textiel, dat ik eerder al zelf had ontwikkeld. Het kan groter of kleiner worden. Nu willen we dat zelfsturend maken. Daar komt ook een sensor bij die voelt wanneer je krom zit. Op momenten dat het nodig is, kan het textiel dan wat inkrimpen, zodat je een steuntje in de rug krijgt op de momenten dat het nodig is. Op een gegeven moment ‘leert’ dat textiel je ook zelf vaker rechtop te zitten. Mijn doel is dat het ook een kledingstuk is, in plaats van een machine, zodat de drager ervan er gewoon in het dagelijks leven mee kan functioneren.”

Moeten we het als een medisch product zien of is het een echt mode-item?

“Het zit meer in de ‘well being’-hoek, dus eigenlijk vóórdat iemand een rugprobleem krijgt. Veel mensen doen zittend werk, waarbij hun houding niet altijd optimaal is. Dat kan leiden tot rugproblemen. Hiermee willen we op een meer intuïtieve manier – dus bijvoorbeeld niet door middel van buzzers of iets dergelijks – ervoor zorgen dat mensen uit zichzelf beter rechtop zitten.”

Heb je zelf ook een technische achtergrond?

“Nee, ik heb een bachelor fashion design aan de Artez in Arnhem gedaan en daarna een master fashion womenswear in Londen. Tijdens mijn studie heb ik wel veel onderzoek gedaan naar materialen en technieken, dus dat zat er altijd wel in. Ik heb dat later ook altijd in mijn werk gebruikt en daarom is dit ook wel iets wat kenmerkend is voor mij. Het is fijn om met de technische universiteit een samenwerking aan te gaan, want dit soort dingen kun je toch niet volledig in je eentje bedenken en maken.”

Wanneer kunnen we het eerste model van dit robotische vest verwachten?

“We zijn nu het prototype aan het ontwikkelen, dat moet in januari af zijn. We zijn ook nog aan het kijken naar het businessmodel. Willen we het bijvoorbeeld ook in apotheken, of eerder in boetieks verkopen? Zo’n soort product is natuurlijk heel anders dan een ‘gewoon’ kledingstuk, dat je binnen een paar weken op de planken kan hebben. Het zal nog wel even duren voordat het getest, doorgetest en produceerbaar is, maar uiteindelijk is het wel de bedoeling dat het toegankelijk is voor de consument. Duurzaamheid speelt ook een belangrijke rol, dus het zou leuk zijn dat als de drager het niet meer nodig heeft, het weer door kan naar een andere gebruiker.”