TOP

Webwinkels betalen straks minder heffing aan HBD

Webwinkels gaan minder afdragen aan het Hoofd Bedrijfschap Detailhandel. Reden hiervoor is dat het stelsel van de product- en bedrijfschappen (PBO) in de huidige vorm verdwijnt. Dit staat in het kabinetsstandpunt dat minister Kamp van Sociale zaken en Werkgelegenheid 10 oktober naar de Tweede Kamer stuurde.

De publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie (PBO) schappen voeren in de toekomst alleen nog maar taken uit met voldoende publiek belang, zoals productpromotie. Die taken moeten sectoren zelf uitvoeren. Vermindering van taken betekent ook dat ondernemers lagere heffingen aan de schappen hoeven te betalen. Deze maatregel past bij de ambitie van dit kabinet om de lasten voor bedrijven te verminderen en ondernemers de ruimte te geven om te ondernemen.

Thuiswinkel.org: minder heffing goede zaak
Dat is goed nieuws voor met name kleinere en jonge webwinkels, vindt Thuiswinkel.org. “Zij moeten verplicht betalen voor iets waar ze niet om vragen en voor het gevoel weinig voor terug krijgen. Een startende onderneming heeft wel andere dingen aan zijn hoofd. Het regeringsbesluit is daarom een goede zaak, hoewel een afschaffing van de verplichte afdracht beter bij onze wensen had gepast”, aldus een woordvoerder namens de branchevereniging. Ook het uitvoeren van publieke taken door het HBD vindt Thuiswinkel.org prima. “Private initiatieven kunnen dan aan de markt worden overgelaten, de plaats waar ze thuis horen”, aldus Thuiswinkel.org.

PBO, en nu?
Uitvoering van taken van voldoende publiek belang is in beginsel aan de overheid. Het kabinet kiest er voor enkele publieke taken door de schappen te laten uitvoeren. De schappen hebben namelijk korte lijnen met ondernemers, alsmede een bestaande uitvoerende organisatie en het zijn ondernemers zelf die de kosten van deze taken dragen. Publieke taken die toebehoren aan de schappen zijn het bevorderen van plant- en diergezondheid en dierenwelzijn, voedselveiligheid en gezondheid. Ook medebewindstaken blijven bij de schappen. Andere taken hebben geen publiek belang en voeren de schappen in principe niet meer uit.

De structuur
De nieuwe opzet van het stelsel heeft ook gevolgen voor de organisatie van de schappen. Er komen aanzienlijk minder schappen en deze zullen efficiënter moeten werken. De nieuwe organisatie krijgt één backoffice voor de gezamenlijke diensten. Ook het bestuur moet gemoderniseerd worden. Meer openheid in besluitvorming en nog meer inspraak, met specifieke aandacht voor ondernemers die niet aangesloten zijn bij brancheorganisaties. Ook zij kunnen deel gaan uitmaken van de besturen.

Kosten besparing
Dit staat in het kabinetsstandpunt over het stelsel van de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie (PBO) dat minister Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mede namens minister Verhagen van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, vandaag aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. De bewindslieden streven ernaar eind 2012 een wetswijziging naar de Tweede Kamer te sturen. De verantwoordelijkheid voor het stelsel gaat straks over van de minister van SZW naar de minister van EL&I. Het kabinet wil daarnaast met de stelselwijziging een aanzienlijke kostenbesparing realiseren. In 2010 kostten de schappen circa 250 euro miljoen. De uiteindelijke besparing hangt af van de precieze taken die de schappen overhouden en kan oplopen tot maximaal190 euro miljoen.