TOP

Webwinkeliers kiezen voor een winkel buiten centrum

Etailers die een fysieke winkel openen kiezen vaak noodgedwongen voor een winkel buiten dorps- en stadscentra. Dat blijkt uit een landelijk onderzoek van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) en Seinpost Adviesbureau.

De HvA en Seinpost Adviesbureau hebben de vestigingsbehoeften onderzocht van meer dan 350 etailers. Hieruit blijkt dat 40 procent noodgedwongen uitwijkt naar vestigingen buiten het centrum. Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van Detailhandel Nederland en de Kamer van Koophandel.

Stadscentrum
De meerderheid van etailers opent bij voorkeur een eigen winkel, shop-in-shop of pop-up store in een centrum met minstens honderd winkels en een (boven)regionale aantrekkingskracht. Toch vestigt bijna 40 procent zich buiten het centrum. Volgens de onderzoekers komt dat door een te klein aanbod van geschikte panden, hoge huurprijzen en strikte huurwetgeving. “Om webwinkels beter te faciliteren bij het openen van (tijdelijke) winkels is meer samenwerking nodig tussen vastgoedeigenaren, makelaars, centrummanagers en beleidsmakers”, zegt lector Jesse Weltevreden Online Ondernemen van de HvA in een persbericht.

Voorkeuren
Ruim twee derde van de webwinkels heeft interesse in een fysieke winkel. Vooral de wat kleinere winkelpanden (tot 100 m2) met een lage huur (maximaal € 80 per vierkante meter per jaar) zijn intrek bij de etailers. Ook vinden webwinkeliers goede autobereikbaarheid en veel andere winkels in de directe omgeving belangrijk.

Omzet genereren

Het openen van een fysieke winkel heeft vooral tot doel om extra omzet te genereren. Daarnaast willen webwinkeliers de naamsbekendheid van de webwinkel vergroten en klanten de producten laten ervaren. De toename van naamsbekendheid is het belangrijkste positieve effect voor een etailer.

Kansen
Behalve in stads- en dorpscentra vestigingen etailers zich ook graag in aanloopstraten van een winkelgebied. Volgens adviseur John Bardoel van Seinpost biedt dat kansen voor de verdere ontwikkeling van winkelgebieden. “Daar staat namelijk veel leeg. Dit is een belangrijke kans die tot nu toe onvoldoende benut wordt”, zegt Bardoel.

Aanbevelingen
In het rapport worden de volgende aanbevelingen gedaan voor webwinkels die een fysieke winkel willen openen:

● Webwinkeliers dienen te beseffen dat het ‘runnen’ van een fysieke winkel echt een andere business is dan het managen van een webshop. Ook moeten zij zich realiseren dat zelfs voor bedrijven met een klein marketing- en investeringsbudget het mogelijk is om een (tijdelijke) fysieke winkel te openen.

● ‘Reguliere winkeliers’ dienen webwinkels niet alleen als een bedreiging te zien, maar ook als een kans om de eigen prestaties te verbeteren.

● Vastgoedeigenaren dienen meer open te staan voor innovatieve winkelconcepten in winkelgebieden.

● Vastgoedbeheerders en makelaars moeten het vestigen van pop-up stores en andere innovatieve winkelconcepten beter faciliteren; er liggen kansen voor hen om vastgoedeigenaren en webwinkeliers beter te ondersteunen.

● Op lokaal niveau mag een ruimtelijk-economische visie op de ontwikkeling van detailhandel en andere commerciële voorzieningen niet ontbreken, bijvoorbeeld in de vorm van een integrale detailhandelsvisie. De overheid moet zich daarnaast inzetten voor het verbeteren van voor webwinkels belangrijke vestigingsplaatsfactoren als bereikbaarheid en parkeren.

● De huurwetgeving wordt door diverse stakeholders als een belemmering gezien om nieuwe (tijdelijke) winkelconcepten goed te kunnen faciliteren. Alle betrokkenen doen er verstandig aan om met elkaar in gesprek te gaan over de betekenis van de (toekomstige) dynamiek in de retail voor de uitgangspunten van de huidige huurwetgeving.

● Voor centrummanagers worden kennis van en ervaring met vastgoed, ondernemerschap en nieuwe technologieën steeds belangrijker om webwinkels en andere ondernemers met innovatieve concepten goed te kunnen begeleiden naar passende locaties in het winkelgebied.

Joke Bom, van watMooi webwinkel in duurzame mode, heeft een stenen winkel geopend in Hilversum: “Ik wilde het liefst een winkel in Amsterdam of Utrecht, een grote stad, omdat ik dacht dat ik daar de meeste aanloop zou hebben. Maar dat werd voor ons organisatorisch wel heel lastig, want het is toch iets nieuws. Je moet er toch bovenop zitten en bij zijn. Daarnaast hadden we ook iedere week een activiteit, zoals een modeshow, een wijnproeverij et cetera. Verder hadden we een meisje aangenomen om in de winkel te staan. Ook daarmee moet je regelmatig afspreken, want voor haar is het ook nieuw. Toen hebben we toch voor Hilversum gekozen, want hier wonen we en dat is makkelijker.”