Omdat de Belgische keten van modewinkels af wil van het taboe rond de sperperiode, de vaste uitverkoopperiode in België, ging het reclame maken met een ander taboe. Je kon voor 5.000 euro aan plastische chirurgie winnen bij een actie. Dat viel niet in goede aarde bij het Openbaar Ministerie en die heeft nu een flinke boete geëist: 48.000 euro voor de kledingketen en 6.000 euro voor de bedrijfsleider van de desbetreffende winkel.

De kwestie speelt al sinds juni 2015, toen de campagne begon. De Federale Overheidsdienst Volksgezondheid uitte direct na het zien van de campagne haar ongenoegen. Het Openbaar Ministerie reageerde hierop door de kledingwinkel en de bedrijfsleider voor de rechter te laten verschijnen. Volgens het OM bestaat er een wetsartikel dat expliciet bepaalt dat het verboden is om in welke vorm dan ook reclame te maken voor plastische chirurgie, en het dus om verboden reclame gaat. 

In een persbericht liet Zeb vorig jaar weten: “Zeb heeft niet de intentie om in een juridische strijd verwikkeld te geraken over een wet tegen reclame voor plastische chirurgie. De enige doelstelling van de campagne was om de soldenwetgeving aan te klagen”.

Zeb stopte na het besluit van het Openbaar Ministerie direct met  de reclamecampagne. De hoofdprijs werd gelijk aangepast naar 5.000 euro aan kleding. Daarnaast verlootte de kledingwinkel nog eens vijf extra waardebonnen van ieder 1.000 euro. De bedrijfsleider wilde alleen de problemen met de uitverkoopperiode aankaarten. Ook heeft de verdediging van Zeb aangevoerd dat het verhoor van de bedrijfsleider niet goed is verlopen, zo was er onder andere geen advocaat bij aanwezig.

Ondanks dat zet het Openbaar Ministerie de rechtszaak toch door. Op 4 mei doet de rechter uitspraak.