TOP

PBL: ‘Leegstand binnensteden stijgt met 40 procent in 2022’

Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) voorziet dat de winkelleegstand in binnensteden het komende jaar gemiddeld met meer dan 40 procent zal toenemen, van de huidige 13,2 procent naar 19 procent aan het begin van 2022.

Corona legt een enorme druk op de bezoekfunctie van binnensteden, blijkt uit een op vrijdag verschenen rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving in samenwerking met Locatus. De meeste mensen die in winkelstraten lopen, op terrassen zitten of naar musea gaan, zijn immers bezoekers van buitenaf. Zij komen naar de binnenstad voor de vele voorzieningen en de historische sfeer, maar vooral ook om te shoppen.

Veranderende consumentenstromen

Nu stond recreatief winkelen al voor corona onder druk, maar de huidige crisis heeft er nog een schepje bovenop gedaan. Het PBL becijfert dat het aantal funshoppers in de binnenstad sinds de pandemie verder is afgenomen, terwijl het aantal ‘runshoppers’ (die komen voor de supermarkt, apotheek, etc.) juist toenam. Deze veranderende consumentenstromen hebben directe gevolgen voor de levensvatbaarheid van de vooral op funshoppers gerichte winkels in de binnenstad. Mede daardoor verwacht het PBL een forse toename van de winkelleegstand in binnensteden, van gemiddeld 13,2 procent in oktober 2020 naar 19 procent begin 2022. Dat is een stijging van 44 procent.

150 procent meer winkelleegstand

De verwachte impact verschilt per plaats. De sterkste binnensteden krijgen op korte termijn de hardste klappen, omdat zij het meest afhankelijk zijn van bezoek van dagjesmensen en toeristen. Amsterdam staat met stip op één. Het PBL voorspelt dat de leegstand in de hoofdstad met 150 procent zal stijgen en daarmee op bijna 15 procent uitkomt. Daarna volgen Groningen, Delft en Haarlem. Groningen krijgt in absolute aantallen het meest voor de kiezen; geschat wordt dat de leegstand van 11,9 naar 22,4 procent stijgt.

Veranderende behoeften

Heerlen, Roosendaal en Roermond zullen de gevolgen het komende jaar het minst voelen – maar dat is omdat deze plaatsen er voor corona al ongunstig voor stonden. Op lange termijn kan de situatie in de zwakkere binnensteden juist zorgelijker zijn, meent het PBL, omdat de coronacrisis bestaande negatieve trends versterkt. De op korte termijn zwaarst getroffen binnensteden zullen naar verwachting ook het snelst herstellen. Zij kunnen nog steeds bogen op ‘kernkwaliteiten’ als een centrale ligging of (historische) sfeer. “Deze gebieden hebben in het verleden al laten zien dat ze zich kunnen aanpassen aan veranderende maatschappelijke behoeften”, aldus het PBL. “Zoals tijdens de crisis van 2008, toen winkels verdwenen en er horeca voor in de plaats kwam.”

Foto: Renate Zoutberg