Hoewel Mud Jeans eigenaar Bert van Son zijn merk een half jaar geleden zelf had ingeschreven voor de Edie Awards, een Britse prijs voor duurzame entrepreneurs, was de uiteindelijke verkiezing tot ‘het meest verantwoorde business model’ een grote verrassing. “We zaten in één ruimte met grote multinationals als Marks & Spencer, Tesco, Heathrow Airport en KPMG. Dus als je dan ‘the winner is … Mud Jeans!’ hoort, is dat toch bizar.”

Hergebruikte vezels

Van Son vertelt verder: “De jury was onder de indruk van de activiteiten van Mud Jeans op het gebied van onder meer de circulaire economie en de deeleconomie. Wij maken gave, goed zittende ‘guilt free’ geproduceerde jeans waarvan de vezels naderhand worden gerecycled. Op dit moment bieden we al truien met 84 procent aan hergebruikte vezels en jeans met 23 procent daarvan. Ook wordt onze grijze jeans gefinisht zonder chemicaliën, maar bewerkt met de milieuvriendelijkere ozon- en lasertechniek. De jury vond dit te gek.”

Naamsbekendheid

Uiteraard levert het winnen van een, vooral in internationale kringen belangrijke prijs, de nodige naamsbekendheid op. Via Google Analytics ziet Mud Jeans sinds vorige week het aantal uit Engeland afkomstige hits op de website duidelijk toenemen. “Het heeft ons weer nieuwe contacten in de Britse markt opgeleverd. Zelfs Selfridges heeft interesse.”    

Pionieren

Mud Jeans blijft pionieren op het vlak van duurzaamheid. Zo heeft de onderneming onlangs zichzelf helemaal laten doorlichten. Van Son: “Ter bevestiging van dat we de juiste koers volgen, maar ook om verbeterpunten te traceren. Een gemiddelde jeans stoot 23,5 kilo per jeansproductie uit. Wij 8,8 kilo. Dat is nog steeds teveel, maar we zijn op de goede weg.” 

Verder ontwikkelen

En er staat meer op stapel: op 5 december denkt Van Son in Parijs, op uitnodiging van Unesco, met verschillende entrepreneurs mee over duurzaam ondernemen in de toekomst. Daarnaast gaat Mud Jeans een samenwerking aan met de Insead Business School in Parijs. “Het is de bedoeling dat een denktank van studenten zich beraadt over hoe we ons de komende vijf jaar het beste verder kunnen ontwikkelen.”