TOP

Indiase textielarbeidsters uitgebuit voor C&A en H&M

De modewarenhuizen C&A en H&M laten een deel van hun collectie produceren in een textielfabriek in India die meisjes en vrouwen uitbuit. Dat blijkt uit een onderzoek van de Volkskrant, die de fabriek samen met ontwikkelingsorganisatie SOMO heeft bezocht.

De Volkskrant en ontwikkelingsorganisatie SOMO bezochten de fabriek KPR Mill vlakbij de textielstad Coimbatore, die voor C&A herensweaters en voor H&M poloshirts en kinderleggings maakt. Volgens de krant worden de textielarbeidsters na werktijd opgesloten in hostels op het fabrieksterrein. Ten minste een kwart van hun loon wordt ingehouden om te sparen voor de bruidsschat. Ze krijgen dit geld pas uitgekeerd als ze drie jaar voor het bedrijf hebben gewerkt. De vrouwen krijgen geen arbeidscontract en KPR verhindert contact met vakbonden.

H&M
H&M bevestigt dat er in 2009 en in augustus 2010 kleding in deze fabriek is geproduceerd. In 2009 werd de samenwerking aanvankelijk stopgezet vanwege de slechte arbeidsomstandigheden. Toen de Zweedse modegigant de fabriek dit voorjaar opnieuw bezocht, ontdekte het geen problemen. Geconfronteerd met de bevindingen van de Volkskrant heeft H&M besloten de fabriek zo snel mogelijk opnieuw te bezoeken en de productie te heroverwegen.

C&A

C&A erkent in een reactie aan de krant dat KPR sinds kort aan het concern levert. Het warenhuis zegt dat het in de veronderstelling was zaken te doen met een andere onderneming, Quantum Knits. Dat is een volledige dochter van KPR, zoals ook in het jaarverslag is te lezen. Volgens een woordvoerder is dit pas onlangs duidelijk geworden voor C&A. Het warenhuis liet weten zo snel mogelijk met de samenwerking te stoppen.

Onlangs werden in Bangladesh gelijke bevindingen gedaan door de Britse krant The Daily Mail. Ook hier ging het onder andere om H&M.