TOP

Dit zijn de winnaars van Corporate Fashion Award 2016

De winnaars van de negende editie van de Corporate Fashion Award zijn bekendgemaakt.

Dit jaar was de negende editie van de Corporate Fashion Award, de jaarlijkse prijs voor bedrijfskleding. Tijdens de dinershow in Rotterdam Ahoy werden de achttien genomineerde collecties gepresenteerd. Aan het einde van de avond werden de winnaars bekendgemaakt. De categorie sustainable collections is dit jaar een nieuwe categorie om de verduurzaming van de bedrijfskledingsector extra te benadrukken.

De winnende collecties zijn:

  • Categorie werkkleding:  Lely International B.V., gemaakt door Company Fits B.V.
  • Categorie corporate fashion wear: Nederlandse Spoorwegen, gemaakt door Groenendijk bedrijfsschoenen en kleding B.V.
  • Categorie casual fashion wear: Gamma Bouwmarkten, gemaakt door Schijvens Confectiefabriek
  • Categorie health & care wear: Laurens Thuiszorg, gemaakt door Kattenburg CC/Weenink bedrijfskleding
  • Categorie best stock collection: Mascot Freestyle, gemaakt door Mascot International B.V.
  • Categorie sustainable collections: Circulair from scratch, gemaakt door Groenendijk Bedrijfsschoenen en Kleding B.V.

Jury

De winnaars zijn door een vakkundige jury gekozen. Dit jaar bestond deze uit:

  • Paul Schulten, couturier
  • Jolande Sap, ambassadeur
  • Bart Maussen, mede-eigenaar Amsterdam Fashion Week/Dutch PR Group
  • Eli Barenholz, GrassGreener Europe, grondlegger van de Corporate Fashion Award.

“De corporate collecties worden steeds moderner en zijn steeds beter op de drager toegespitst. Bij veel inzendingen viel het ons op dat het niet opgedirkt, maar juist heel eigen is”, zegt Paul Schulten in een persbericht.

Award

De Corporate Fashion Award is voor bedrijven die op een bepaalde manier hun gewenste imago weten te vertalen naar bedrijfskleding. Er zijn zes verschillende categorieën om zo verschillende soorten bedrijven de kans te geven om een prijs te winnen. 

NS (2)Freestyle (2)

Gamma (1)

Laurens (2)Lely (1)From Scratch (2)

Foto’s credit Michelle van Geest