TOP

‘De Oger-winkel in Enschede moet een springplank worden naar de Duitse markt’

Eind september opent Oger zijn vestiging in Enschede, maar de ontwerper denkt nu al verder. Vanuit Enschede kijkt hij naar de Duitse markt, met het plan zich daar in de toekomst ook te vestigen. Dat laat hij weten in een interview met dagblad Tubantia.

Oger vestigt zich in Enschede aan het Van Heekplein, in het pand waarin de failliet verklaarde modezaak van Robert Nederveen zat. Nederveen ging failliet door een schuldenlast van meer dan twee miljoen euro. Enschede is niet erg koopkrachtig, toch is Oger niet bang zich in de stad te vestigen. “Wij geloven in de kracht van ons Oger-concept,” zegt hij in het interview met Tubantia. “De winkel in Enschede moet een springplank worden naar de Duitse markt. Bij Nederveen kwam veertig procent van de omzet al van Duitse klanten. Als Enschede staat, willen we samen met Van Merksteijn Fashion Oger-winkels in Duitsland openen. Steden als Düsseldorf en Köln hebben een enorme potentie.”

De couturier gaat in Enschede samenwerken met Van Merksteijn Fashion. “Het komt er op neer dat we in Enschede het hele Oger-concept invoeren,” vertelt Oger Lusink aan Tubantia. “Wij gaan de winkel managen en inkoop, administratie, voorraadbeheer en personeelsbeleid doen. Van Merksteijn Fashion wordt verantwoordelijk voor de exploitatie onder leiding van Stephanie van Merksteijn.”

Net als de Amsterdamse Oger-winkel krijgt ook die in Enschede een boardroom in de kelder, waar VIP-klanten buiten het zicht van de normale klanten worden geholpen. “Omdat er tegenwoordig al paparazzi van twaalf jaar oud zijn,” legt Oger uit. “Sommige klanten vinden het prettig om buiten het oog van het volk in alle rust kleding te passen, zonder het risico te lopen op de foto te komen. Een topmanager met witte beentjes die in zijn onderbroek in de paskamer staat is kwetsbaar.”

Oger geeft aan er niet aan te denken het familiebedrijf, dat hij onder andere met zoons Sander en Martijn runt, te verkopen. “Het geld heb ik altijd in het bedrijf gelaten. Ik heb dit bedrijf niet opgezet om het te verkopen en van de opbrengst een extra huis en een boot in Frankrijk te kopen.”