Uitgangspunt voor het akkoord is dat beide partijen met steun van de banken en de overheid de financiële pijn verdelen. Het is een ‘bodemafspraak die ruimte biedt voor maatwerkoplossingen’, laat brancheorganisatie Inretail in een persbericht weten.

De kern van de afspraak: winkeliers die te maken hebben met een omzetverlies van minimaal 25 procent als gevolg van de coronacrisis, komen in aanmerking voor een huuropschorting voor de maanden april, mei en juni. Het betreft een daling van de offline omzet en in sommige gevallen – dit gaat op basis van maatwerk – ook de online omzet. De minimumopschorting is 50 procent. Dat kan waar nodig oplopen naar 75 procent tot 100 procent voor de zwaarder getroffen retailers, die een volledige lockdown kennen, mits dit mogelijk is voor de verhuurder.

Vastgoedeigenaren zullen in de periode april tot en met juni ook geen winkeliers uit hun panden zetten. Daarnaast behoort kwijtschelding van huur voor sommige winkeliers tot de mogelijkheden. Dit kan echter pas worden vastgesteld nadat de economische schade van de komende drie maanden duidelijk is.

Verlichting in liquiditeit

Inretail was bij de onderhandelingen betrokken en is tevreden met het akkoord. Directeur Jan Meerman: “Ik ben blij dat alle betrokken partijen hun verantwoordelijkheid hebben genomen in dit lastige vraagstuk. Het besef is er bij iedereen ook dat we nog nauwelijks kunnen inschatten hoe de komende maanden zich gaan ontwikkelen. De afspraak is dat we maatregelen kunnen verlengen als de periode van omzetverlies langer aanhoudt. Nu betekenen deze afspraken een flinke verlichting in de liquiditeit die heel veel retailers keihard nodig hebben om deze periode te overleven.”