TOP

11 vragen aan Danie Bles over Amsterdam Fashion Week

De eerste Amsterdam Fashion Week onder de vlag van Danie Bles ligt inmiddels achter ons. We belden Danie Bles voor een terugblik en vroegen naar haar plannen voor de volgende editie.

Foto: 10Days door Jeroen Snijders

Styliste Danie Bles kocht eind 2017 de Amsterdam Fashion Week (AFW) van de Telegraaf Media Groep. Ze verplaatste het evenement naar februari en september in plaats van januari en juli. En ze verhuisde de catwalk naar het Museumplein. In de opstartfase sloeg ze de wintereditie over en van 6 tot en met 9 september was het tijd voor de eerste editie.

Hoe kijk je terug op ‘jouw’ eerste Amsterdam Fashion Week?

Mede-eigenaar Danie Bles: “Met een heel goed gevoel. Alleen al dat het gelukt is dat we op het Museumplein stonden en dat we het gewoon gedaan hebben. Met een klein team hebben we het weten te fixen om zo’n mooi evenement neer te zetten. Een 2.0 versie van de AFW in een vernieuwd jasje en met een programma waar nieuw designtalent samen gaat met commerciële namen.”

Is die mix wat je wilt laten zien?

“Het één kan niet zonder het ander. Ik ben bij dat we zover zijn dat mensen dat inzien. Alleen samen kunnen ze Amsterdam Fashion Week nog groter maken. Ook een beginnende ontwerper moet zich commercieel vertalen om bestaansrecht te hebben, daar kun je niet omheen. Grote merken als Penn & Ink en 10 Days hebben hun zaken goed op orde en het is voor jonge talenten heel leerzaam om te zien hoe zo’n businessmodel eruit ziet. Ieder merk heeft z’n eigen setting en z’n verhaal gecreëerd. Dat was mijn doel. Het gaat om inspireren. Dat bepaalde pers de creatieve ontwerpers op donderdag en vrijdag inspirerend vindt en anderen juist in het weekend voor de commerciële merken komen.”

Er stonden veel nieuwe namen op het programma. Hoe heb je die binnen gehaald?

“Ik heb wel 300 liter koffie gedronken en veel chocolade gegeten (lacht). Ik ken natuurlijk heel veel mensen in de branche en zij weten wat ik kan en dat ik er echt voor ga. Er waren ook merken die niet direct de eerste editie wilden meedoen en het eerst een keer aan wilden kijken. Wat ik tof vind van de merken die hebben meegedaan is dat ze zijn uitgegaan van hun eigen kracht. Zij zijn gewoon ingestapt.”

Is de nieuwe locatie, het Museumplein, goed bevallen?

“Ik wil daar nooit meer weg. Wat mij betreft blijven we daar.”

Kwam het gewenste publiek op de show af?

“De focus lag op genodigden, vooral pers en inkopers. Voorbijgangers konden de show buiten op groot scherm live kijken, wat in de praktijk perfect uitpakte. We lieten per show twintig mensen die voor de deur stonden gratis naar binnen voor de reuring, de beleving. Maar we organiseren bewust geen kaartverkoop voor de consument. Ik vind dat je te allen tijde de relevantie moet bewaken. Als een merk als Zoe Karssen een show geeft moeten de juiste pers en buyers in de zaal zitten.”


“Ik wil alle merken hosten die op Amsterdam Fashion Week thuishoren.” 


Was de overlap met de New York Fashion Week (6-14 september) een probleem?

“Absoluut niet. Bij lange na niet alle pers gaat daarnaartoe. Bovendien zijn deze data perfect voor ons ‘see now buy now’-concept, zo aan het begin van het verkoopseizoen. Na de show konden veel collecties direct gekocht worden, online of in de shop bij de showlocatie.”

Maar hoe relevant is ‘see now, buy now’ voor inkopers?

“Het is juist heel interessant. Juist het marketingverhaal is relevant voor buyers en pers. Uiteindelijk is mode storytelling en welke collectie je dan laat zien is minder van belang. Daarnaast wordt er in de modebusiness steeds meer gewerkt in drops en denken we niet meer in twee vaste inkoopmomenten, maar komen er steeds nieuwe dingen voorbij. Denk nu zelf: als je op Instagram zit en je ziet iets geweldigs voorbij komen, wil je het dan nu hebben of pas over een half jaar? Je moet als merk blijven inspireren. Uiteindelijk heeft alles één doel, die consument bereiken.”

Zijn er verbeterpunten?

“Natuurlijk zijn er altijd nieuwe ideeën voor volgend jaar. Bijvoorbeeld dat het publiek buiten meer kan zien van wat er in de tent gebeurt, door met glas te werken. En een tweede catwalkzaal lijkt me ook wel wat. Ik zou meer met duurzaamheid willen doen, het programma meer uitdiepen en in alle segmenten uitbreiden.”

In het verleden was het terugschroeven van de subsidie van de gemeente een struikelblok voor het voortbestaan van de AFW. Kunnen jullie het zonder?

“We redden het, maar we moeten soms wel concessies doen en het misschien wat kleiner houden dan we zouden willen. Maar vooral voor kleine creatieve merken die niet veel geld hebben, zou het wel prettig zijn om een beetje hulp te krijgen. Dus subsidie is altijd welkom. Zo kunnen we uitbreiden en het met z’n allen laten slagen.”

Wat gaat er volgend seizoen gebeuren?

“Zoals de afgelopen septembereditie willen we het één keer per jaar doen. In februari gaan we een ander concept neerzetten. Wel met modeshows, maar niet op één hoofdlocatie. Maar daar kan ik pas over een maand concreet iets over zeggen.”

Welke merken zou je graag op AFW zien showen?

“Ik wil alle merken hosten die op AFW thuishoren, van jonge talenten tot grote namen. We hebben zoveel mooie merken in Nederland. Sies Marjan, Ronald van der Kemp, Schepers Bosman, Filling Pieces, Daily Paper, Scotch & Soda, Essentiel, Loves Stories, Les Coyotes de Paris, noem maar op. De lijst is oneindig. Ik krijg ook reacties van ontwerpers en merken die het na deze eerste editie wel zien zitten. Dus ik hoop voor de toekomst dat nog veel meer merken gaan aanhaken. Ik ga er vanuit dat het gaat lukken, dat moet gewoon.”